Heb je alle manieren van
Schrijvend Leren al een keertje geprobeerd, en wil je eens met een andere bril naar de leerstof kijken? Maak dan een ABC-tje. Het lijkt makkelijk, maar het vraagt wel doorzettingsvermogen. De uitdaging is om bij minstens 23 van de letters van het alfabet een begrip te vinden in de tekst, èn om bij die 23 woorden ook een uitleg van het begrip te geven. Ik zal een voorbeeld geven met een ABC-tje over
schrijvend leren.
A. Actief leren, dit betekent dat je méér doet dan alleen maar luisteren of lezen. Je gaat aan de slag met een werkvorm uit deze lijst.
B. Begrippenlijst, maak een lijst van alle nieuwe begrippen + betekenis.
C. Creativiteit past ook bij leren, in een grote tekening of poster kun je verwerken wat je allemaal weet en begrijpt.
D. Digitaal, je kunt een Bewijs van Leren ook samenstellen uit digitale onderdelen. Tekst, filmpjes en zelfgemaakte illustraties laten zien dat jij je verdiept hebt in het onderwerp.
E. Extra oefeningen of sommen, je maakt ze zelf door in een opdracht een getal, een woord of een verhaaltje te veranderen. Je laat ermee zien dat je weet waar het om gaat.
F. Foutenlijst, maak een lijst van veelgemaakte fouten, zet ernaast hoe het
wel moet.
G. Goed Gereedschap = het halve werk. Het is leuk om voor
schrijvend leren goed materiaal te gebruiken, prettig papier, kleur, stiften of kleurpotloden. Dat stimuleert.
H. Horloge, is altijd handig bij het indelen van je werktijd (ook in de les).
I. Ingevulde puzzel. Deze tip kreeg ik van een vroegere collega: maak een kruiswoordpuzzel met woorden uit de leerstof. Bedenk daarna de omschrijvingen van de Horizontale en Verticale woorden. Je oefent zo heel goed de omschrijvingen van nieuwe begrippen.
J. Ja maar,...... Dat is vaak het begin van een smoesje waarom je iets
niet zou doen. Vermijd die twee woordjes en zeg bijvoorbeeld:
Ja, dat ga ik proberen. Geef nieuwe manieren van leren een kans.
K. Kaartjes, maak kaartjes met op de ene kant een woord en de andere kant de betekenis, oefen ermee door steeds om te keren.
L. Lijstjes, het helpt om lijstjes te maken van wat je moet en wilt doen. Alleen al het ordenen geeft rust, en het wegstrepen geeft je een goed gevoel.
M. Moeten of willen? Wanneer je voor leren
kiest, in plaats van je-gedwongen-voelen, ziet het er anders uit. Daar gaat dit gedichtje over.
Een wijs besluit
Wanneer er te veel dingen moeten
raak ik de weg een beetje kwijt,
struikel over m’n eigen voeten,
heb ik nooit voldoende tijd.
Dus gooi ik “moeten” overboord,
kies gewoon een ander woord,
ga een ander toontje zingen.
Voortaan wil ik al die dingen.
N. Nooit! Soms denk je: ik leer het nooit. Dan ben je even in een dip. Het helpt om dan even naar het begin van de leerstof terug te gaan, en te kijken hoe ver je al bent gekomen met leren. Dat valt vaak reuze mee.
O. Overhoren, van overhoren kun je ook de papieren bewaren; laat je ouders een paar vragen opschrijven en jij schrijft de antwoorden. Samen verbeteren!
P. PowerPoint, docenten maken weleens een PowerPoint over de leerstof. Dat kun je zelf ook. Het gaat dankzij de vele mogelijkheden best snel.
Q. Quiz, na het leren kun je een quiz bedenken voor een klasgenoot; dit kan ook met
Quizbean of andere programmaatjes op de computer.
R. Raadsels geven plezier, bedenk bij een les grappige raadsels, bijvoorbeeld "Welk neefje van Donald Duck is goed in scheikunde?"(*)
S. Schrijvend Leren, dit zijn vormen van actief te leren, die beter werken dan alleen-lezen, omdat je beide hersenhelften gebruikt.
T. Test Jezelf, veel leerboeken hebben na elk hoofdstuk een zelftest die je kunt maken.
U. Uitgebreid antwoorden, docenten hebben eisen waaraan jouw antwoorden moeten voldoen, zorg dat je precies weet hoe uitgebreid jouw antwoord moet zijn.
V. Vragen bedenken, als je klaar bent met actief leren kun je als laatste nog een voorspelling proberen te doen van de vragen die je verwacht. Met wat oefening is de helft van de vragen voorspelbaar.
W. Woordweb, er zijn ook andere namen voor: begrippennet, MindMap of spin. Zet het thema in het midden van een vel papier, er omheen komen de hoofdonderwerpen, daar omheen de kleinere zaken.
Er zijn ook apps waarmee je makkelijk een MindMap kunt maken.
X. Mister X is de grote onbekende. Je kunt dit spelletje voor verschillende schoolvakken spelen. Neem een persoon uit de geschiedenis (of bij biologie een dier) in gedachten; laat anderen vragen stellen over de eigenschappen. In de vragen moeten natuurlijk begrippen voorkomen die pas geleerd zijn. Bij deze vorm van actief leren valt niet echt onder
schrijvend leren, maar is eens iets anders.
Y. IJsje, maak een tekening van een ijshoorn met veel gekleurde bolletjes; in de bolletjes schrijf of teken je de belangrijkste zaken. Misschien krijg je als beloning voor het leren.... een echt ijsje.
Z. Zachte muziek, tijdens het leren mogen er niet te veel stoorzenders zijn. De geluidjes van je telefoon, meezingers, harde muziek of televisie kunnen je concentratie verminderen. Wat wel kan: zachte muziek.
(*) Kwik