Over wiskunde bestaan allerlei fabeltjes; een ervan wil ik graag uit de wereld helpen. Ik hoor heel vaak van leerlingen dat je voor wiskunde nu eenmaal niet kunt leren. "Mevrouw, je snapt het of je snapt het niet...", zeggen ze dan. Dat klopt misschien wel voor bepaalde onderwerpen van ons vak, maar onvermijdelijk komt er een moment waarop leren nodig is, naast oefenen, opletten en meedoen.
Wat leerlingen leren noemen is meestal lezen in het boek, en nogmaals lezen. Ze weten wel dat wij als docenten liever hebben dat ze een actievere vorm van studeren toepassen, maar hoe doe je dat?
De afgelopen vijftien jaar heb ik, geïnspireerd door leerlingen, een aantal vormen van schrijvend leren ontdekt. Alle vormen laat ik in het schooljaar een keer aan bod rondom toetsmomenten. Brugklassers werken er ook in de les aan, zodat ze van elkaar zien hoe je met papier, potlood, kleurpotloden, schaar en lijm een "Bewijs van Leren" kunt maken. Zo'n bewijs kun je als leerling overleggen aan docenten of ouders, die willen zien dat je hebt geleerd.
Op dit blog zal ik de werkvormen een voor een aan bod laten komen, van abc-tje tot zelf-vragen-bedenken,
En dan nog een ander fabeltje: dat talent voor wiskunde erfelijk is, en ook het ontbreken van talent voor het vak. Van deze bewering ken ik evenveel voorbeelden als tegen-voorbeelden, dus houd ik het er maar op dat talent een mooie meevaller is. Verder is succes voor een groot deel afhankelijk van inzet en doorzettingsvermogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten