zondag 30 maart 2014

SCHRIJVEN HOEFT NIET ALTIJD

Samen met een brugklas is dit QUIZBORD gemaakt.




Het is een gewoon prikbord. Er past een minitoets van 7 vragen op, vastgeprikt met hoge punaises.
De juiste verbindingen tussen vraag en antwoord worden door elastiekjes gelegd.
Het is vooral leerzaam om leerlingen zelf de vragen en antwoorden te laten bedenken, en elkaar te laten overhoren. Op een tablet of smartboard kun je dit soort quizzen ook maken, maar dan mis je het lopen en per ongeluk laten wegschieten van een elastiekje....



woensdag 26 maart 2014

Maak voor elkaar een quiz

Soms ben je in de klas of thuis met iemand samen aan het leren. Dan is het maken van een quiz een leuke manier om elkaar te overhoren. Dit kan bij alle vakken.
Neem een woord van 7 letters, bijvoorbeeld WEEKEND.
Bedenk terwijl je aan het leren bent op een los blaadje 7 vragen, en schrijf er drie mogelijke antwoorden achter, elk voorzien van een hoofdletter.
Als de 7 vragen goed beantwoord worden vormen de bijbehorende letters het woord.


Goed nabespreken van de fouten is extra leerzaam!

1. Hoeveel grensvlakken heeft een kubus?
a) vier (A)
b) vijf (N)
c) zes (W)

2. Hoe heet een driehoek met één rechte hoek?
a) rechte driehoek (O)
b) rechthoek (S)
c) rechthoekige driehoek (E)

3. Hoe heet een ruimtefiguur die als grensvlakken zes rechthoeken heeft?
a) balk (E)
b) rechthoek (L)
c) kubus (N)

4. Een prisma kan bestaan uit twee dezelfde driehoeken en drie rechthoeken.
a) waar (K)
b) niet waar (I)
c) dit is een piramide (G)

5. Een vierzijdige piramide heeft:
a) vijf grensvlakken (E)
b) vier grensvlakken (F)
c) acht grensvlakken (O)

6. Het aantal ribben van een kubus is:
a) vier (L)
b) acht (M)
c) twaalf  (N)

7. Een euromunt is geen cilinder.*
a) waar (E)
b) niet waar  (D)

Zo'n vraag met geen of niet erin is extra lastig!





woensdag 19 maart 2014

Rekentoets tips

In deze maand wordt het menens met de Rekentoets, het verplichte examenonderdeel voor 4VMBO.
Alle leerlingen hebben rekenlessen gevolgd om de rekenvaardigheden bij te houden en te vergroten, Waar nodig krijgen ze RT.
Vorig jaar kon er al met de Pilot Rekentoets geoefend worden; sommige leerlingen hebben de toets toen zelfs al behaald. Voor de anderen is er na veel rekenlessen en oefenen opnieuw een kans om te laten zien hoe goed ze kunnen rekenen.

plezier in rekenen: rekencarrousel brugklas 2013


Onze ervaring met de toets heeft al geleid tot de nadruk op een aantal punten:
* zorgvuldig lezen van de opdracht
* stap voor stap rekenen op kladpapier
* waar mogelijk het rekenmachientje gebruiken
* handig gebruik maken van verhoudingstabellen
* correct afronden

Studyflow heeft een poster met dergelijke tips gemaakt; te bestellen via:
support@studyflow.nl  (gratis)

Rekentoets 2014

maandag 10 maart 2014

ABC-tje als Bewijs van Leren

Heb je alle manieren van Schrijvend Leren al een keertje geprobeerd, en wil je eens met een andere bril naar de leerstof kijken? Maak dan een ABC-tje. Het lijkt makkelijk, maar het vraagt wel doorzettingsvermogen. De uitdaging is om bij minstens 23 van de letters van het alfabet een begrip te vinden in de tekst, èn om bij die 23 woorden ook een uitleg van het begrip te geven. Ik zal een voorbeeld geven met een ABC-tje over schrijvend leren.

A. Actief leren, dit betekent dat je méér doet dan alleen maar luisteren of lezen. Je gaat aan de slag met een werkvorm uit deze lijst.

B. Begrippenlijst, maak een lijst van alle nieuwe begrippen + betekenis.

C. Creativiteit past ook bij leren, in een grote tekening of poster kun je verwerken wat je allemaal weet en begrijpt.

D. Digitaal, je kunt een Bewijs van Leren ook samenstellen uit digitale onderdelen. Tekst, filmpjes en zelfgemaakte illustraties laten zien dat jij je verdiept hebt in het onderwerp.

E. Extra oefeningen of sommen, je maakt ze zelf door in een opdracht een getal, een woord of een verhaaltje te veranderen. Je laat ermee zien dat je weet waar het om gaat.

F. Foutenlijst, maak een lijst van veelgemaakte fouten, zet ernaast hoe het wel moet.

G. Goed Gereedschap = het halve werk. Het is leuk om voor schrijvend leren goed materiaal te gebruiken, prettig papier, kleur, stiften of kleurpotloden. Dat stimuleert.

H. Horloge, is altijd handig bij het indelen van je werktijd (ook in de les).

I. Ingevulde puzzel. Deze tip kreeg ik van een vroegere collega: maak een kruiswoordpuzzel met woorden uit de leerstof. Bedenk daarna de omschrijvingen van de Horizontale en Verticale woorden. Je oefent zo heel goed de omschrijvingen van nieuwe begrippen.

J. Ja maar,...... Dat is vaak het begin van een smoesje waarom je iets niet zou doen. Vermijd die twee woordjes en zeg bijvoorbeeld: Ja, dat ga ik proberen. Geef nieuwe manieren van leren een kans.

K. Kaartjes, maak kaartjes met op de ene kant een woord en de andere kant de betekenis, oefen ermee door steeds om te keren.

L. Lijstjes, het helpt om lijstjes te maken van wat je moet en wilt doen. Alleen al het ordenen geeft rust, en het wegstrepen geeft je een goed gevoel.

M. Moeten of willen? Wanneer je voor leren kiest, in plaats van je-gedwongen-voelen, ziet het er anders uit. Daar gaat dit gedichtje over.

Een wijs besluit

Wanneer er te veel dingen moeten
raak ik de weg een beetje kwijt,
struikel over m’n eigen voeten,
heb ik nooit voldoende tijd.

Dus gooi ik “moeten” overboord,
kies gewoon een ander woord,
ga een ander toontje zingen.
Voortaan wil ik al die dingen.

N. Nooit! Soms denk je: ik leer het nooit. Dan ben je even in een dip. Het helpt om dan even naar het begin van de leerstof terug te gaan, en te kijken hoe ver je al bent gekomen met leren. Dat valt vaak reuze mee.

O. Overhoren, van overhoren kun je ook de papieren bewaren; laat je ouders een paar vragen opschrijven en jij schrijft de antwoorden. Samen verbeteren!

P. PowerPoint, docenten maken weleens een PowerPoint over de leerstof. Dat kun je zelf ook. Het gaat dankzij de vele mogelijkheden best snel.

Q. Quiz, na het leren kun je een quiz bedenken voor een klasgenoot; dit kan ook met Quizbean of andere programmaatjes op de computer.

R. Raadsels geven plezier, bedenk bij een les grappige raadsels, bijvoorbeeld "Welk neefje van Donald Duck is goed in scheikunde?"(*)

S. Schrijvend Leren, dit zijn vormen van actief te leren, die beter werken dan alleen-lezen, omdat je beide hersenhelften gebruikt.

T. Test Jezelf, veel leerboeken hebben na elk hoofdstuk een zelftest die je kunt maken.

U. Uitgebreid antwoorden, docenten hebben eisen waaraan jouw antwoorden moeten voldoen, zorg dat je precies weet hoe uitgebreid jouw antwoord moet zijn.

V. Vragen bedenken, als je klaar bent met actief leren kun je als laatste nog een voorspelling proberen te doen van de vragen die je verwacht. Met wat oefening is de helft van de vragen voorspelbaar.

W. Woordweb, er zijn ook andere namen voor: begrippennet, MindMap of spin. Zet het thema in het midden van een vel papier, er omheen komen de hoofdonderwerpen, daar omheen de kleinere zaken.
Er zijn ook apps waarmee je makkelijk een MindMap kunt maken.


X. Mister X is de grote onbekende. Je kunt dit spelletje voor verschillende schoolvakken spelen. Neem een persoon uit de geschiedenis (of bij biologie een dier) in gedachten; laat anderen vragen stellen over de eigenschappen. In de vragen moeten natuurlijk begrippen voorkomen die pas geleerd zijn. Bij deze vorm van actief leren valt niet echt onder schrijvend leren, maar is eens iets anders.

Y. IJsje, maak een tekening van een ijshoorn met veel gekleurde bolletjes; in de bolletjes schrijf of teken je de belangrijkste zaken. Misschien krijg je als beloning voor het leren.... een echt ijsje.

Z. Zachte muziek, tijdens het leren mogen er niet te veel stoorzenders zijn. De geluidjes van je telefoon, meezingers, harde muziek of televisie kunnen je concentratie verminderen. Wat wel kan: zachte muziek.


(*) Kwik

dinsdag 4 maart 2014

Lijstjes, to do or not to do

Om rust in het hoofd te krijgen kun je de dingen die je nog wilt doen op een lijstje zetten, een to-do-lijstje.
Schrijf alles op wat je verzinnen kunt. Zet er open rondjes voor, die je dan één voor één kunt proberen te vullen. Wanneer je alles eens met een andere blik wilt bekijken maak je een not-to-do-lijstje.



Foto's uitzoeken staat regelmatig op mijn lijstje, maar je ziet: het is een klusje dat steeds wordt uitgesteld... en dat mag, want het heeft geen hoge prioriteit. De andere punten heb ik mooi weggewerkt.




Op school moet je per dag je huiswerk netjes noteren; een variant van het to-do-lijstje. De ene agenda is wat handiger dan de andere. Kies een agenda die bij jou past, niet wat plaatjes of merk betreft, maar let vooral op de schrijfruimte en de mogelijkheid er planningen in te zetten. In de periodes met veel proefwerken en S.O.'s kun je alvast de voorbereidingen inplannen, samenvattingen maken bijvoorbeeld. Zo leer je de vaardigheid plannen aan voor de toekomstige studie.
Een agenda die makkelijk opengelegd kan worden heeft mijn voorkeur. Als er geen lintje in zit, bedenk dan zelf iets waardoor je in één beweging de dag van vandaag vindt. (tijd-tip*)

To-do-lijstjes bieden mij in het werk veel steun. Thuis word ik weleens Lena Lijstje genoemd. Het maken van de lijstjes geeft me overzicht en meestal ontstaat vanzelf een plan van aanpak. Één voor één wegstrepen van de klusjes en taken laat aan het eind van een dag of week altijd wel tijd over voor leukere dingen. Beter nog: op het lijstje staan al dingen die ik leuk vind, zoals het verzinnen van een les-activiteit

Als de lijst regelmatig te lang wordt - en het niet meer lukt om alles weg te strepen - wordt het tijd voor aanpassing van je programma. Balans tussen werken, rusten en ontspannen is van grote waarde.
Vlak voor een examen is het extra moeilijk die balans te vinden; zoek dus steun in alles dat je helpt en bij iedereen die je helpen wil.

(*) binnenkort volgen meer tijd-tips op dit weblog